Tuktuk, lady?!
Blijf op de hoogte en volg Anouk
05 Maart 2015 | Cambodja, Phnom-Penh
Van Hue op naar Hoi An. We hadden alles bij ons, behalve.. onze paspoorten. We waren al een paar uur met de bus onderweg toen Wendy ineens naar mij toe kwam. ‘Anouk heb jij je paspoort terug gehad?’ oh neeee! Sebas belde meteen naar het hostel en gelukkig konden ze de volgende dag met een andere bus worden meegegeven, maar pfoe ik kreeg het wel even warm. Maar goed, eens moest de eerste keer zijn. We kwamen in de avond aan in Hoi An, we moesten dus in het donker op zoek naar een hostel. Toen we de bus uitstapten raakten we aan de praat met de twee Schotten John en Haig. Uiteindelijk hebben we bijna een week met deze mannen opgetrokken. John woonde al bijna twee jaar in Hanoi en sprak een aardig woordje Vietnamees, was dat even handig! Hij kon overal de weg vragen en in het Vietnamees onderhandelen, dus betaalden we nergens meer dan nodig. In restaurants wist hij precies wat lekker was om te bestellen , ik heb dus de hele week heerlijk gegeten. Ik heb onwijs genoten van Hoi An, dit is voor mij zeker de leukste stad van Vietnam. Gezellige straatjes met overal tentjes om te eten, souvenirwinkeltjes en kleine markten. Het is wel vervelend dat je niet eens bij een winkel of een kraampje kunt kijken, want meteen lopen ze achter je aan en duwen ze van alles in je handen. Ik ben inmiddels een meester geworden in het afdingen! Deze stad is heel bekend door alle spullen die je er kunt laten maken. Van tassen tot jurken en schoenen, alles wordt precies gemaakt hoe jij het wil. Ik had al een aantal leuke ideetjes van spullen die ik wilde laten maken, maar helaas sloten heel veel winkels vanwege het Chinese Nieuwjaar. Hier hebben we de rest van de week nog ‘last’ van gehad. Ik dacht dat dit net als nieuwjaar bij ons wordt gevierd, gewoon twee dagen en dan weer terug aan het werk. Maar rond het Chinese Nieuwjaar hebben alle Vietnamezen vakantie en doen ze bijna twee weken niks. Dit betekent dus ook dat alle restaurants dicht waren, je nergens een scooter of een fiets kon huren en je voor reizen met de bus naar een volgende plaats letterlijk zes keer de normale prijs betaalde. Hier baalden Wendy, Sebas en ik echt enorm van! We hebben lang nagedacht wat de beste optie was om verder te reizen, qua tijd was het voor mij geen optie om nog een week in dezelfde plaats te blijven en te wachten tot de prijzen weer normaal zouden worden. John vertelde mij dat dit de slechtste tijd van het jaar is om door Vietnam te reizen en toen kon ik de knoop doorhakken: ik ga verder! Het is jammer dat ik nu het zuiden van Vietnam heb overgeslagen, maar als ik verhalen van anderen moet geloven mis ik daar niet zo heel veel. Dit betekende ook dat ik een week langer in Cambodja of Laos zou hebben, wat ook geen straf is. Achteraf had ik me er van te voren beter in moeten verdiepen, dan had ik zeker niet deze volgorde van landen gedaan. Maar zoals mama altijd zegt: als hadden komt, is hebben te laat. Het hele nieuwjaar was trouwens helemaal niet bijzonder. Er was heel mooi vuurwerk rond twaalf uur en daarna gingen we nog naar de kroeg voor een drankje, maar alles ging om een uur al dicht! Op 22 februari vloog ik samen met Sebas en Wendy van Da Nang in Vietnam naar Siem Reap in Cambodja. Dit vliegticket het land uit was nog goedkoper dan een busticket naar de volgende stad. Toen ik uit het vliegtuig stapte kreeg ik meteen een klap van de warmte, het was acht uur in de avond en nog steeds rond de 30 graden. Buiten wemelde het van de tuktuks met grappige, vooral jonge, Cambodjaanse mannen. ‘Make me your boyfriend pleaseeee?!’ Met een tuktuk gingen we onderweg naar de stad, waar ik werd afgezet bij een hostel en Sebas en Wendy hun hotel opzochten. Vanaf hier ging ik weer alleen verder, na twee hele leuke weken samen reizen met dit gezellige Rotterdamse stel. In de stad aangekomen viel het mij meteen op dat het verkeer een stuk georganiseerder is en dat je niet hoeft te vrezen voor je leven als je oversteekt. De volgende dagen merkte ik hoe leuk de Cambodjanen zijn, ontzettend vrolijk, behulpzaam en geïnteresseerd. Ze spreken ook een aardig woordje Engels. Daar kunnen de Vietnamezen nog wat van leren! In mijn hostel aangekomen zag ik dat ze tours met een tuktuk aanboden naar de bekende tempels van Ankor Wat. Hier wilde ik natuurlijk naar toe, en al snel sloten een Zweeds en een Duits meisje zich bij mij aan. De volgende ochtend werden we om 8 uur opgehaald door een meneer met een enorme smile op zijn gezicht: onze tuktukchauffeur, hij reed ons de hele dag rond de tempels, bracht ons naar een leuk tentje om te eten en stopte zelfs toen we apen langs de weg zagen. Ik vond de tempels heel indrukwekkend en het was overal ontzettend druk, de tempels van Ankor Wat worden per jaar door ruim 2 miljoen mensen bezocht. Dit heeft als gevolg dat er overal langs de tempels tentjes staan met kleren, eten en souvenirs. ‘Lady madame you buy somethiiiiiiing?’ Kindjes van nog geen 10 jaar die armbandjes in je tas stoppen en je aan je arm mee proberen te nemen naar hun winkeltje. Ik vind het zo erg dat ze gewoon kinderen gebruiken om toeristen naar winkels te lokken, want als zo’n kindje met oude en vieze kleren je aankijkt is het echt heel moeilijk om ze te negeren. Ook is het best bijzonder hoe goed de kinderen Engels spreken, terwijl de meesten niet of nauwelijks naar school gaan. In Siem Reap zelf vond ik de sfeer gezellig, zoals altijd in Aziatische steden was het er heel erg druk. Ze hadden hier veel problemen met de elektriciteit, een paar keer per dag viel deze uit. Soms voor een paar seconden, maar meestal voor een paar uur. En als het dan 36 graden is en de airco en ventilator doen het niet, pfoe dat is wel even slikken als ‘verwende backpacker’. Na twee leuke dagen in deze stad nam ik de nachtbus naar Sihanoukville. Goh wat een enige plaatsnaam! De reis zou ongeveer 14 uur gaan duren, wat opzich niet zo’n probleem is als je met de nachtbus gaat omdat je MEESTAL wel een beetje kunt slapen. Nou wat een barre tocht was dat! Uiteindelijk vertrok de bus een uur te laat, Aziëtijden. Gelukkig lag ik naast een frans meisje van mijn leeftijd en viel het wel mee met hoe krap het was in de piepkleine bedjes. Allemaal op maatje Azië natuurlijk. De twee grote Russische mannen in het bedje naast ons keken niet zo blij. Er was een roostertje waar een beetje koelere lucht uit kwam en dat was het wel. We zouden elke twee uur een stop maken om naar de wc te gaan enz. De bus ging om 3 uur in de nacht stuk, waarna ze 2 uur bezig waren om het ding te repareren. We liepen dus best wel vertraging op. Toen ik een beetje in slaap sukkelde en om 8 uur weer wakker werd hadden we er eigenlijk al moeten zijn, maar we waren nog niet eens op de helft! In Phnom Phen ging de bus nog een keer stuk en moesten we een half uur wachten. Het werd al heter en heter in de bus en zonder eten en met maar een beetje water dat inmiddels al warm was, was het niet erg lekker vertoeven. Toen de bus voor de derde keer stuk ging en we langs de kant van de weg stonden was ik er wel een beetje klaar mee. Sommige mensen pakten hun spullen en gingen liften! Weer dook de chauffeur met zijn gereedschapskistje onder de bus. Uiteindelijk kwamen we om 2 uur in de middag (na bijna 19 uur in de bus ipv 12) aan in Sihanoukville. We werden bij een busstation gedropt en zodra je de bus uitstapt wordt je belaagd door mannetjes die je tuktuks of motortaxi aanbieden naar je hostel of hotel. Ik ging bij een mannetje met een motor achterop voor 4 dollar. Hij zette me af bij een van de meest luxe hostels waar ik tot nu toe heb gezeten, inclusief zwembad en alles nieuw en schoon. Ik nam natuurlijk meteen een lekkere duik in het zwembad want wat voelde ik me vies! In het zwembad raakte ik aan de praat met vier Engelse jongens waar ik die avond mee afsprak om uit te gaan. Een van de jongens had geregeld dat we met een pubcrawl meegingen dus dat werd een gezellige avond. De volgende ochtend vertrok ik met de speedferry richting het eiland Koh Rong. Ik had hier best wel zin in want had er goede verhalen over gehoord en het zouden ook mijn laatste paar dagen aan het strand zijn. Op de boot raakte ik aan de praat met twee Zweedse meiden, Elisa en Maja. Zij hadden al een hostel geboekt dus ik liep gezellig met hun mee, want ik had nog niks geregeld. Meestal doe ik dat wel, kijk ik van de voren een beetje op internet wat er is. Zij hadden al twee nachten ergens geboekt en achteraf was ik maar wat blij dat ik daar maar een nachtje hoefde te blijven en daarna wat beters kon zoeken! Dit hostel zat boven een bar en omdat alles op dit eiland van hout is kun je je wel voorstellen hoe het klinkt als je nou net de kamer boven de bar krijgt. Gelukkig doen oordoppen wonderen! Ook was er geen stromend water en waren de wc’s ontzettend vies. Overal gooi je trouwens het wc papier in een prullenbak en kun je de wc niet doortrekken maar spoel je deze door met een bakje water. De volgende dag kon ik gelukkig al inchecken in een rustiger hostel, dat om de hoek van alle gezellige barretjes zat, later kwamen Elisa en Maja daar ook naar toe. Grappig op dit eiland is dat de stroom om 2 uur ’s nachts uit gaat. Ineens valt overal de muziek en het licht uit en het eiland is pikkedonker. Op Koh Rong hebben we heerlijk gerelaxt op de mooiste stranden. Long beach zou een van de mooiste stranden van de wereld zijn, nou zeggen ze dit natuurlijk overal dus wij wilden dit wel even met eigen ogen zien. Volgens de locals was het 45 minuten lopen naar dit strand. Nou zeg maar gerust bergbeklimmen! Aan de andere kant van het eiland aangekomen kon ik inderdaad zeggen dat dit een van de mooiste stranden is waar ik ooit ben geweest. Water blauwer dan blauw en zand witter dan wit. Bijna niemand te bekennen, alleen wat rond dobberende bootjes. De dagen er na zijn we op Lonely beach geweest, iets minder ver lopen maar niet minder mooi. Ik zou ook nog gaan duiken maar op de dag dat ik dit wilde doen was de zee te wild.. Ik vind het altijd onwijs leuk om nieuwe mensen te ontmoeten, maar het komt niet vaak voor dat je mensen ontmoet waar je zo’n goede klik mee hebt, zoals ik had met mijn twee Zweedse snygging (sinds ik op reis ben is de Zweedse taal zeker mijn favoriet geworden). We besluiten daarom ook om elkaar weer te ontmoeten in Phnom Penh, waar ik al twee dagen eerder heen ga. Vlak voor ik weer terug naar het vaste land ging liep ik Bill tegen het lijf, dit is de beste vriend van Cameron (mijn mate uit Adelaide). Kleine wereld! In Sihanoukville spreken we weer af en hangen we een dagje op het strand en aan de bar. Ik zou die avond ik een kleine, schattige bungalow op het strand slapen. Daar gooiden de ratten roet in het eten. Ze hadden een gat in mijn tas gemaakt, daar had ik dus nog een koekje in zitten.. Ze renden ook de hele tijd onder het bed door. Ik ben nou niet de beroerdste en niet bang van beestjes, maar hier kon ik gewoon niet van slapen. Bij de receptie vertelde ik van de ratten en ze verhuisden me meteen naar de meest luxe kamer die ze hadden, compleet met kingsize bed en eigen badkamer. Later die nacht was ik daar heel erg blij mee, want ik ben heel erg ziek geworden van iets wat ik die dag had gegeten. De meeste mensen worden in hun eerste week in Azië al ziek, nou heb ik dus nog best mazzel gehad. Niet dat het daar door minder erg was, ik kon niet eens een paar slokken water binnen houden. Ik had toen wel even een nu-wil-ik-wel-naar-huis-momentje. Gelukkig wilden ze bij de receptie gratis mijn tas wassen, die stonk namelijk helemaal naar rat, en heb ik het gat zelf weer gefixt met naald en draad. Gisteren ging ik met een klein busje richting Phnom Penh. Wat een belevenis weer. Ik had expres gekozen om met een klein busje te gaan, meestal minder problemen onderweg en wat sneller op je eindbestemming. Achteraf heel erg blij dat ik dit heb gedaan, want ik mocht voorin zitten en kon dus mooi alles op de weg volgen. Zodra je de grote stad uit rijdt en door de kleinere dorpjes komt zie je dat de mensen hier ontzettend arm zijn. De meesten hebben een golfplaat als dak boven hun hoofd en wat riet als muren. Geen elektriciteit, geen stromend water en een hangmatje als bed. Ook hebben de mensen geen auto of scooter, maar dieren waar ze spullen en zichzelf mee vervoeren. Langs en op de weg zie je dus koeien, buffels en olifanten die als vervoer dienen. Ik keek mijn ogen uit! Phnom Penh is een grote stad, dus ik zit weer een beetje in de drukte en de chaos. Als je hier rondloopt worden je ogen geopend, wat een armoede. Moeders met blote, vieze kindjes op hun armen die bij je bedelen om geld. Zodra je ergens gaat zitten klimmen er kindjes bij je op schoot die armbandjes bij je om doen en dan vragen om geld. Er liggen overal mensen op straat of in een groezelige hangmat te slapen en het is overal niet even schoon. Je wordt bijna verdrietig van de omstandigheden, maar ik waardeer des te meer hoe goed ik het thuis heb. Op elke hoek van de straat staat een glimlachende Cambodjaan je zijn tuktuk in te praten. Ook hier voel ik me op straat een attractie, vooral de mannen staren je zonder schaamte aan en kijken of roepen je na. Op dit moment dwing ik mezelf om te eten, ook al gaat dit nog niet van harte, maar ik ben al weer een beetje opgeknapt. Over een paar uurtjes komen Elisa en Maja deze kant op en morgen staan de Killing Fields op het programma, dit schijnt erg heftig te zijn dus ik ben benieuwd. Langzaam aan plan in mijn laatste weken in, wat gaat de tijd snel!