Spring rolls, scooters en plastic krukjes
Blijf op de hoogte en volg Anouk
16 Februari 2015 | Vietnam, Hoi An
Mijn eerste twee weken in Vietnam. Ik zal in het volgende stuk proberen om zo goed mogelijk uit te leggen wat ik allemaal heb meegemaakt, maar dit land is zo’n gekkenhuis dat je het eigenlijk met eigen ogen moet zien. Ik kwam aan op het vliegveld in Hanoi en ik voelde het meteen: koud!! Ik kwam er twee weken geleden pas achter dat het noorden van Vietnam niet heel warm is rond deze tijd van het jaar. Na het ophalen van mijn backpack werd ik in de aankomsthal opgewacht door een Vietnamese meneer die een bordje vast hield met mijn naam er op. Eenmaal op de weg was het weer even omschakelen, ze rijden hier rechts in plaats van links. In Hanoi aangekomen wist ik niet wat ik zag. De taxichauffeur vertelde mij dat het op dit moment extra druk is in de stad omdat het bijna Chinees Nieuwjaar is. Overal rijden scooters en auto’s door elkaar heen, het verkeer is een nog grotere chaos dan in Thailand! Het is zo druk dat je nergens kunt doorrijden en de mensen rijden met mondkapjes op omdat de geur van benzine zo overheersend is. Als je wil oversteken moet je maar gewoon gaan en hopen dat je niet word geraakt. Er is geen stoep en zebrapaden en stoplichten worden niet gebruikt waardoor iedereen de hele tijd toetert. Ook hier overal op straat kraampjes met eten maar ook veel spullen, jassen en souvenirs. Alle kleren die bij ons in de winkels hangen (‘made in Vietnam’) zijn hier op de markt te vinden, van The North Face tot Adidas en Nike: alles is te koop voor bijna niks. Kippenvoeten, salamanders en zeesterren op sterk water zijn hier ook overal te koop. Dat zit dan in een soort vaas met een kraantje aan de onderkant, het sap kun je drinken.. Proost! Op straat ben ik nu zelf de grote attractie, mensen staren je aan en willen met me op de foto of aan mijn haar zitten. Kippen en varkens lopen hier rond op straat en worden dan een paar minuten later gewoon op de stoep geslacht. Scooters zijn bepakt met tientallen vuilniszakken die hoog boven de bestuurder uitkomen en gevaarlijk overhangen. Ook is het de normaalste zaak van de wereld om bomen en varkens per scooter te vervoeren. Op elke hoek van de straat staan ze te sleutelen aan scooters en tegelijkertijd eten te bereiden. De mensen zitten overal op de stoep op piepkleine plastic krukjes met elkaar te eten. Als wij op zo’n krukje gaan zitten zit je met je benen in je nek, nog een ding waarom je op straat wordt aangekeken. Ik ben groter dan alle mannen hier! Het geld is ook weer bijzonder. 24.000 dong is pas 1 euro dus je loopt met miljoenen op zak haha! In Hanoi heb ik een oude gevangenis en een paar mooie tempels bezocht, de enige plaatsen waar het een beetje rustig is. Op aanraden van de eigenaresse van het hostel ben ik een keer samen met een ander meisje midden in de stad ergens gaan eten. We gingen zitten op de bekende krukjes en kregen meteen een bord eten voor ons neus. Er was dus maar één gerecht en we hadden geen idee wat het was, maar op deze manier eten leer je hier ook wel snel. Gewoon proeven en er het beste van hopen! En vooral niet vergeten: elke dag een colaatje! Op de meeste plaatsen spreken ze geen Engels dus bestel je gewoon iets wat er lekker uit ziet. Na twee dagen in deze drukke stad ging ik met de bus onderweg naar Halong Bay voor een driedaagse boottrip. Tijdens de drie uur durende busrit richting de baai maakten we een tussenstop voor de wc. Dit was ‘toevallig’ bij een grote Vietnamese fabriek waar allemaal vrouwtjes kleren zaten te naaien en potten zaten te bakken. Je moest er helemaal doorheen om bij de wc te komen, natuurlijk een hele handige truc om toeristen spullen aan te smeren. Tijdens deze driedaagse boottrip was ik weer omringd door een groepje gezellige mensen: Dave uit Amerika, Harpa uit IJsland en Wendy en Sebas uit Rotterdam. Jammer genoeg bezochten we de baai niet in de beste tijd van het jaar, het was koud en mistig en het uitzicht was niet optimaal. Ook vond ik het veel te toeristisch, de hele baai lag vol met boten en in de grotten en bij de uitkijkpunten die we bezochten was het afgeladen. Er liepen zelfs Duits en Frans sprekende Vietnamezen rond als gidsen!! Ondanks dat heb ik een enorm leuke tijd gehad om te boot en heb ik de heerlijkste Vietnamese gerechten gegeten. Typisch voor Vietnam is de springroll, wat wij kennen als de Vietnamese loempia, maar dan tien keer lekkerder. Andere gerechten die ik de laatste tijd heb gegeten zijn noodlesoep en rijst met groenten en kip. Ik ben ook heel goed geworden in het eten met stokjes, op veel plaatsen kennen ze niet eens de mes en vork. Halong Bay staat bekend om de limestone rotsen en de grootste rots is een eiland genaamd Cat Ba. We gingen daar twee uur lang bergbeklimmen. De dag er na werd ik wakker met een rode en opgezwollen rechterhand. De gids vertrouwde het niet en bracht me naar het ziekenhuis, ze zijn hier sowieso als de dood dat je dingen gaat claimen of de reisorganisatie een slechte naam geeft dus alles werd voor me geregeld. Het Vietnamese ziekenhuis is dus ook weer een vinkje op het lijstje. Gelukkig was er niks ernstigs aan de hand en heb ik waarschijnlijk tijdens het bergbeklimmen een giftige plant aangeraakt. De klim zelf was erg stijl en je moest je overal aan de rotsen en struiken vasthouden om niet naar beneden te vallen. Eenmaal terug in Hanoi besloten het Rotterdamse stel en ik samen verder te reizen naar het plaatsje Hue. We pakten de nachtbus richting deze plaats en waren 14 uur onderweg. De stoelen konden helemaal plat dus je kon lekker liggen, van slapen kwam helaas niet veel omdat de chauffeur constant toetert en moet remmen. De wegen zijn hier heel slecht, overal hobbels en gaten, en ook op de snelweg rijden heel veel scooters. In Hue aangekomen huurden we twee scooters en gingen we lekker rond touren door de stad. We bezochten een aantal tombes en de Citadel, een oude stad midden in de stad waar heel veel mooie tempels te vinden waren. Wat een avontuur om hier zelf te rijden! Heel goed opletten, je hand continue op de toeter en de gouden regel: niet twijfelen en gewoon doorrijden! We zaten inmiddels een heel stuk zuidelijker, dus de korte broek en T-shirts konden weer aan. Onze eerste avond in Hue werd afgesloten met een avondje in de bar, ik heb ondertussen mijn beerpong skills aardig verbeterd. Gisteren gingen we op aanraden van een aantal mensen hier in het hostel naar een privéstrand dat wordt beheerd door een rijke Fransman. Hij heeft gewoon een stuk strand gekocht en er een bar en lounge gemaakt. Hier hebben we de hele dag lekker geluierd. Meestal vind ik het niet zo leuk om met Nederlanders te reizen, maar met Wendy en Sebas is het zo gezellig. Ze zijn een onwijs leuk stel en zijn heel makkelijk en relaxt. Soms heb je dat weleens met mensen, de manier van reizen klikt dan gewoon en je hebt voor een aantal dagen of weken de grootste lol met elkaar. Vandaag nemen we de bus naar Hoi An. Ik ben heel erg benieuwd naar deze plaats omdat het van veel mensen hun favoriete stad is in Vietnam. Ik zal hier ook zijn tijdens het Chinese Nieuwjaar. Wendy en Sebas reizen eerder door richting Cambodja omdat hun vlucht naar huis eerder gaat dan die van mij. Ik zal begin maart de grens over gaan voor mijn derde land in Azië!